Mannen van de Godsacker

FRANEKER- ” Je zoekt vaak te ver naar iets moois. Fotografisch gezien kun je overal iets mee.” Fotograaf Joan van de Brug uit Franeker werkt meestal in de buurt van zijn woonplaats en heeft honderden plekjes en nog veel meer personen op de korrel genomen.

Meestal op een onverwacht moment. Wat mensen betreft is dit belangrijk, want die tonen zich het mooist als ze zich niet bewust zijn van een camera. Zijn ze zich er wel van bewust dan moet de fotograaf er voor zorgen dat het slachtoffer zich op z’n gemak voelt zodat hij zich ‘naturel’ laat zien. Dat is waar het Van de Brug om gaat. In een fractie van een seconde van emotie, karaktereigenschap of een kenmerkende handeling vastleggen. En laat dat nu uitgerekend iets zijn wat mensen liever niet willen. Daar hebben ze een hekel aan en dat is de bron van spanning tussen het model en de fotograaf.

17 PORTRETTEN

Van de Brug heeft een serie van 17 portretten geprobeerd om de ‘andere kant’ van mensen uit zijn directe omgeving te laten zien. Hij nodigde de mannen uit zijn straat uit om zich door hem te laten portretteren, in een ruimte die door de modellen werd uitgekozen. Het resultaat hangt in horeca gelegenheid ‘De tuinkamer’ in Franeker. De fotograaf had natuurlijk ook een stem in het kapittel. Van de Brug: ”de omgeving moet passen bij de persoon. Als dat niet het geval is dan prik je er zo door heen en is de foto waardeloos. Het zelfde geldt voor de manier waarop het model in de ruimte wordt gefotografeerd. Die moet typerend zijn voor hem, zijn werk of zijn persoonlijkheid. Het gaat dan om zaken als emotie en karakter. Die moeten naar voren komen. Het mag absoluut geen pose zijn. Ik wilde niet mijn beeld van het model vastleggen.

VERSTRAKKEN

Van de Brug kwam toevallig op het idee om straatgenoten, en dan de mannelijke, te fotograferen: ”Ja. Dat hadden echter ook andere mensen kunnen zijn die je regelmatig ziet maar niet heel goed kent.  Je ziet elkaar vaak op straat bijvoorbeeld tijdens het uitlaten van de hond. Je groet elkaar en maakt soms een praatje en gaat verder. Je kent of herkent elkaar dus goed, maar toch weet je heel weinig van elkaar. Dat fascineerde mij. Wie zijn die mensen, wat beweegt ze, waarover denken ze en wat is hun verhaal? Het zet je aan het denken. Uit ervaring weet ik dat je op straat slechts een kant van hun persoonlijkheid krijgt te zien. Het meeste wordt gecamoufleerd. Je weet dat ze allemaal ook andere kanten hebben en die wilde ik fotograferen. Maar dan ligt er een probleem, de buren moesten hun andere kant ook maar willen laten zien en dat doen mensen volgens Van de Brug liever niet. Waarom niet ?
”Niemand wil echt graag op de foto. Een pasfoto is voor de meeste mensen een nachtmerrie.
Ik kan me daarbij wel iets voorstellen. Iemand achter een toestel, vaak ook nog een onbekende, legt een seconde van je leven vast. Niet meer dan een fractie van je persoonlijkheid en dat geeft absoluut een verkeerd beeld van je karakter. Tenminste zo zie of ervaar je dat. De pasfoto laat zien hoe je op dat moment bent en is onverbiddelijk.
Niets wordt verbloemd. Omdat onervaren model tijdens het fotograferen praktisch altijd verstrakt, krijg je een foto waar in je jezelf amper herkent. Het kan zelfs zo zijn dat je je karaktertrekken herkent die je liever niet ziet. Alles is mogelijk in die ene seconde.”

ANDER BEELD DOOR DE SPIEGEL

Angst voor de camera is echter niet alleen voorbehouden aan onervaren mensen. Van de Brug: ”dat klopt. Ook acteurs hebben er last van, en van hen zou je zeggen dat ze de camera niet vrezen.  Ze staan immers iedere avond in de schijnwerpers. Ik heb veel artiesten in de Koornbeurs geportretteerd. Op het toneel zijn ze naturel maar zodra ik de camera op hen richtte was het afgelopen. Dan zag je de verstijving. Ook bij hen dus. Ook zij hebben er een hekel aan een tel vastgepind te worden. Op het toneel hebben ze tijd genoeg om hun hele karakter of persoonlijkheid te tonen.
Op de foto moet dat alles in een fractie van een seconde en ook zij zijn zich dat onbewust bewust. Maar er is nog iets. Mensen zien zichzelf iedere dag in de spiegel, in spiegelbeeld. En altijd van de zelfde kant. Wij hebben een beeld van onszelf, maar dat is niet overeenkomstig met de werkelijkheid. Als we onszelf zouden zien zoals anderen dat doen, zouden we vast schrikken. Dat kan als er een beeld of een holografische foto wordt gemaakt. Dan zeggen mensen ook iets van: ik ben het wel maar ook weer niet, met een foto gebeurt eigenlijk het zelfde, die laat de werkelijkheid zien, maar die is anders dan het beeld dat je van jezelf hebt. Mensen vinden zichzelf meestal niet mooi op de foto staan omdat het niet overeenkomt met hun eigen beeld. Dit gold natuurlijk ook voor mijn heren, daarmee moest ik rekening houden”

MYSTIEK

De hand van Van de Brug is duidelijk te herkennen in de 17 portretten. Zowel wat de techniek als ook wat de visie op het fotograferen betreft. Van de Brug plaatst een persoon het liefst in een bepaalde sfeer. Die roept hij op door de houding van zijn modellen, het plaatsen van objecten of door met licht en donker te spelen. Licht speelt in alle portretten een doorslaggevende rol en dat wordt versterkt doordat hij de 17 foto’s in zwart/wit heeft laten afdrukken. Een ander kenmerk van de serie is dat alle foto’s suggereren een verhaal te vertellen. Het verhaal achter de persoon dat versterkt wordt door de objecten of de ruimte. Niets is toevallig op de foto’s. Alles is overduidelijk geënsceneerd en heeft een bedoeling. De kijker mag zelf uitmaken wat die is, want er hangen geen tekstbordjes bij.  Het afdrukken in zwart/wit is belangrijk voor het verhaal. Dat wordt niet afgeleid door kleuren. Een blauwe lucht, mooie witte wolken en andere kleurvakken zou de aandacht van de essentie afleiden. Kleuren zijn te dominerend en kunnen de sfeer, die de fotograaf wil, ruïneren. Enkele foto’s tonen een sfeer die doet denken aan wat men in de schilderkunst, magisch realisme noemt. Die ademen een sfeer van ‘het klopt wel maar het deugt ergens toch niet’. Het opgeroepen beeld komt vreemd over, niet volgens onze werkelijkheid. De starende krant lezer in het donker, de man met laars en de staande man met kwast zijn hier voorbeelden van. Het zijn de meest intrigerende foto’s van de expositie. Model, omgeving en licht bepalen de sfeer. De personen trekken niet de aandacht maar zijn ondergeschikt aan het geheel. De personen moeten echter niet verder wegdromen of wegdrijven op hun gedachten, want dan komen ze los te staan van de ruimte om hen heen en dan wordt het heel moeilijk om de karakters van het model te laten zien. En dat wilde de fotograaf.
Deze drie foto’s stijgen uit boven een gewoon portret en onderscheiden zich hier door van bijvoorbeeld de aardappel schiller, de fietser, de man met de hond en de krantenlezer in de stoel. In deze drie foto’s ontbreekt dat mystieke wat de andere drie juist kenmerkt. Deze portretten staan dichter bij het model en dus bij de werkelijkheid. Die zijn herkenbaar en te begrijpen.

FOCUSSEN

Het maken van de eerste foto is altijd de moeilijkste, volgens Van de Brug, ” Het model is zichzelf dan nog niet. Ik moet dan aan het werk om de mensen in een situatie te brengen dat ze zich bloot willen geven, dat gebeurt pas als ik het ook doe. Ik moet me kwetsbaar opstellen. ik vertel en ik laat hen vertellen. Ik blijf me echter tijdens het praten wel focussen op de persoon, want het gaat om die ene blik, dat enkele gebaar. Dat wil ik pakken en het leuke is dat als ik het een keer heb gezien, ik het de persoon nog een keer vraag te doen.  En dat lukt meestal wel, op een bepaald moment ben je zover dat de camera niet meer mee telt. Ik maak dan soms wel 20 foto’s en heb het gevoel dat de goede er bij zit, ik meen dan ook te weten welke, maar als ik de bestanden onder ogen krijg begin ik soms weer te twijfelen. Dan blijkt toch dat ik sommige dingen over het hoofd heb gezien en dat foto’s waarvan ik het niet had verwacht de beste zijn. Overigens gaat het dan om kleine dingen, zoals bijvoorbeeld de lichtval op een deel van het gezicht. Dat is bij zwart/wit foto’s enorm belangrijk.

BELICHTEN

Van de Brug laat in de serie zien dat hij de kunst van het ”weglaten” beheerst. Soms zegt een streep licht op een object meer dan genoeg van het voorwerp of de persoon, het suggereert iets en dat versterkt de foto. Het spoort de kijker aan tot kijken en denken. Dit alles komt het best tot zijn recht bij het werken in zwart/wit. Het behoort tot de technische kant van het fotograferen.

ANDERE EMOTIES

De serie is vriendelijk. Het zijn mooie en vooral harmonieuze foto’s.Van de Brug heeft de goede kanten van de modellen gezocht. Niet een springt uit de band of laat een slechte kant zien.Van de Brug: ”Dat klopt en is ook logisch.Negativiteit komt niet meteen naar boven tijdens zo’n sessie. Dat willen de mensen ook niet, die moet je als fotograaf naar boven halen door mensen te prikkelen. Iedereen heeft emoties. Iedereen heeft dingen meegemaakt en die zou ik eigenlijk ook moeten laten zien. Dat kunnen bijvoorbeeld bedroefdheid en woede zijn. Eigenlijk zijn die veel interessanter en boeiender. Dan moet je de mensen echter heel goed kennen en vooral hun verhaal. Het in beeld brengen van woede, zonder dat het geënsceneerd is, is moeilijk. Ik zou het echter graag willen doen. iedereen heeft wel iets waar hij of zij zich vreselijk over opwindt. Wie weet een volgende keer.